Als klein meisje voelde ik mij al anders dan anderen. Veel dingen voelde en beleefde ik anders. Waarschijnlijk was dat niet goed, dus ik paste mij aan. Wat had ik eigenlijk te klagen? Er waren altijd wel ergere dingen. Dit was achteraf gezien het begin van het creëren van diepgewortelde patronen, belemmeringen, overtuigingen naar en over mijzelf. Ik was geen gemakkelijke puber, schopte tegen alles en iedereen aan, eigenlijk was dit puur onmacht omdat ik zoveel voelde en dacht, maar wist daar niet mee om te gaan. Eigenlijk kwam ik steeds verder van mezelf weg te staan.
Toxic relaties & een eetstoornis:
Ik verzeilde altijd in toxische relaties. Trok altijd de verkeerde mannen aan, en daar waar ik zo ver weg van mijzelf stond, zo vol gevoel zat projecteerde ik het altijd op mezelf. Altijd zocht ik het geluk in dingen buiten mijzelf. Ik besloot te gaan afvallen! Als ik zou afvallen dan zou ik vast gelukkig worden en wat bleek? Eindelijk was ik goed in iets, werd overspoeld met complimenten, mensen zagen mij weer staan en als kers op de taart vlakte mijn gevoel steeds meer af. Heerlijk was dat, gewoon even niets voelen van dat hoofd wat altijd zo vol gedachten zat. De harde stem van anorexia sloop heel langzaam in mijn hoofd zonder ik het zelf doorhad. Deze sluipmoordenaar bracht mij op een lang hobbelig pad wat vrijwel allemaal uit Quick fix bestond. Het is juist zo belangrijk om naar de kern te gaan, door alle lagen heen.